zaterdag 18 januari 2014

Muzische evaluatiekoffer



Hier stel ik jullie mijn zelfgemaakte muzokoffer voor. In deze koffer zitten 13 verschillende manieren om muzisch te evalueren na een muzische activiteit in de klas. 

Ik start met het verklaren waarom ik de letters van muzo in verschillende vormen op mijn box heb gekleefd. Je ziet dat de letter M versierd is met bloemetjes, de letter 'U' is tegelijkertijd ook een trekmagneet, de letter 'Z' is een uitsnijding uit een vingerafdruk  en voor de letter 'O' heb ik gekozen voor een klok. Waarom ik voor deze heb gekozen lees je hieronder.    

M:
Tijdens de lessen muzo worden kinderen in de bloemetjes gezet die anders weinig in de belangstelling komen. Kinderen die minder goed zijn in wiskunde of taal halen veelal succeservaringen tijdens de lessen muzo.

U:
Muzische activiteiten trekken leerlingen vaak aan, daarom de magneet.

Z:
Elk muzisch product is steeds verschillend. Je kan de resultaten van een muzische activiteit niet met elkaar vergelijken want iedereen is anders. De ene leerling is beter in tekenen en de andere is beter in drama. Zo kunnen we ook onze vingerafdrukken van elkaar niet vergelijken. Iedereen is verschillend, net zoals de resultaten bij muzo.

O:
De klok staat voor te tijd die we in muzo steken. We mogen vakken als taal en wiskunde geen voorrang geven op muzo. In de tijd die aan muzo wordt geschonken groeien de leerlingen in hun ontwikkeling.


Dit wat betreft over de buitenkant van mijn muzokoffer, hieronder stel ik mijn 13 verschillende evaluatietechnieken voor.
Bij elke techniek hoort een fiche bij.


KLEURENWAAIERS



De leerlingen nemen de kleurenwaaier vast en kiezen een kleur  die past bij hun werk. Ze verwoorden ook waarom die kleur bij hun werk past.

Verschillende licht en donker tinten van elke kleur zijn ook aanwezig om zo beter hun waardering uit te kunnen drukken.

KRALENKETTINGEN


De leerlingen kunnen kiezen uit verschillende soorten kleuren van kralenkettingen. Ze kiezen één ketting uit en beschrijven waarom ze deze kleur van ketting gekozen hebben. Aan de hand van het gevoel dat ze hadden tijden het proces of het gevoel dat ze hebben bij hun eindproduct.

LANDSCHAPPEN




Na afloop van de muzische activiteit gaat de leerkracht met de leerlingen samenzitten. De leerkracht hangt een aantal foto’s van landschappen op.

De leerkracht geeft de leerlingen de opdracht om na te denken over het verloop van het muzische proces waarbij ze tot een product gekomen zijn. De leerlingen verwoorden hun muzische proces aan de hand van een landschap.

  SCHOENEN

Na afloop van de muzische activiteit gaat de leerkracht met de leerlingen samenzitten. De leerkracht hangt een aantal foto’s van schoenen op.

De leerkracht geeft de leerlingen de opdracht om na te denken over het verloop van het muzische proces waarbij ze tot een product gekomen zijn. De leerlingen verwoorden hun muzische proces aan de hand van een schoen. 

BRILLEN VAN PARSONS



Bij elk werkje van  de leerlingen ligt een blad. De leerlingen gaan bij een werkje staan dat niet van hen is. De leerkracht geeft gerichte vragen aan de hand van de brillen van Parson. Na elke gestelde vraag en geschreven antwoord op het blad schuiven de leerlingen door naar een ander werkje. Zo wordt er doorgeschoven totdat de zes vragen beantwoord zijn. Als laatste gaat iedereen bij zijn eigen werkje staan en leest iedereen voor wat er op zijn/haar blad staat terwijl hij de bril draagt.

Bril 1: Wat is de eerste indruk?
Bril 2: Wat is er allemaal te zien?
Bril 3: Wat roept dit bij jou op?
Bril 4: Wat weten we erover?
Bril 5 : Geef een tip !
Bril 6: Wat is jou mening?

WASSPELDEN

Elke leerling krijgt een wasspeld. De leerlingen mogen de wasspeld op een plaats op hun lichaam hangen. Hoe leuker ze de muzische activiteit vinden, hoe hoger de wasspeld hangt op hun lichaam. Hoe lager de wasspeld hangt, hoe vervelender of lastiger ze opdracht vinden.
Gedurende de muzo - activiteit kunnen de leerlingen hun wasknijper verplaatsen naar een ander deel van hun lichaam naargelang hun mening over de activiteit op dat moment. De leerkracht staat dan stil bij enkele meningen van leerlingen gedurende de activiteit.


HOEDEN VAN DE BONO



Verdeel je leerlingen in zes groepjes. Elke groep zal op een andere manier nadenken over het muzische proces. Elke hoed van De Bono denkt namelijk anders. Je kan de leerlingen laten doorschuiven zodat ze enkele hoeden besproken hebben.


De blauwe hoed  denkt beschouwend en controlerend. De gele hoed denkt positief en optimistisch. De rode hoed uit vooral met gevoelens en intuïtie. De groene hoed denkt vooral op een creatieve manier terwijl de witte hoed naar de feiten en cijfers kijkt om te evalueren. De zwarte hoed evalueert wat slecht ging tijdens het proces.


DOBBELSTEEN





De leerlingen zitten in groepjes. Elk groepje krijgt een dobbelsteen. Bij elke getal op de dobbelsteen hoort een vraag. Om beurten dobbelen ze met de dobbelsteen en lossen ze  de daarbij horende vraag op.  De vragen staan aan bord genoteerd. Wanneer een leerling hetzelfde cijfer gooit mag hij/zij nog eens gooien. 

WOORDEN





In een zakje/doosje zitten allemaal woorden. De leerlingen nemen een woord uit het zakje en leggen uit waarom het woord wel of niet past bij hun product dat ze ontworpen hebben. Nadat de leerling dit gedaan heeft kan je de leerling zelf ook een woord laten kiezen dat voor hem/haar het beste bij zijn product past.

VERKEERSLICHT



In de klas hangt het verkeerslicht aan bord. Wanneer de leerlingen iets willen vertellen over hoe tevreden ze zijn over hun werk komen ze naar voor in de klas en doen het juiste licht van het verkeerslicht branden (rood, oranje, groen). Wanneer de leerlingen het rode licht doen branden wil dat zeggen dat ze niet tevreden zijn over hun werk en moeten ze ook verwoorden waarom niet en wat ze volgende keer dan kunnen verbeteren. Wanneer ze het oranje verkeerslicht doen branden zijn ze over bepaalde dingen van hun werk wel tevreden en andere dingen niet. Ze verwoorden ook waar ze fier op zijn en wat beter kon. Als laatste hebben de leerlingen ook de mogelijkheid om het groene licht te laten branden. Dit wil zeggen dat ze trots zijn op hun werk. Ze verwoorden dan ook waarom dat ze zo trots zijn.

REN JE ROT

De leerkracht zet muziek op aangepast aan het thema. (Vb. Carnaval - Carnaval Des Animaux-Camille St. Saens, Halloween/ griezel – Halloween – Mkids, …) De leerlingen stappen rustig door het lokaal. Ze beschouwen de werkjes van de medeleerlingen. Wanneer de muziek stopt, stoppen ze bij het werk dat hun meest aanspreekt. Daarna wordt klassikaal besproken waarom er voor dit werk gekozen is.  

MUZO FOTOBOEK

Tijdens of na elke muzische activiteit trekt de leerkracht foto’s of besteedt deze taak uit aan een leerling. Er worden foto’s genomen van elke leerling. Er kunnen foto’s genomen worden van het eindresultaat maar ook van het proces. Daarna worden deze foto’s afgedrukt en krijgt iedere leerling zijn of haar foto. Op de achterzijde van de foto schrijven de leerlingen een tekstje. Als leerkracht kan je sturen waarover het tekstje over moet gaan.
Vb.
- Wat is me het meest bijgebleven?
- Wat kan ik nog veranderen?
- Wat heb ik geleerd uit deze activiteit?
- …
Zo bouwen de leerlingen gedurende een heel schooljaar of zelf gedurende hun hele schoolcarrière een foto-muzoboek op.

RECLAMESPOT


De leerlingen gaan elk bij een werkje staan. Wanneer dat gebeurd is, zoekt iedereen een partner. Dan staan ze per twee met elk een werkje bij zich. Ieder maakt voor het werkje waar hij bij staat een reclamespotje om het werkje aan te prijzen bij het publiek. Zo moeten de leerlingen gericht leren kijken naar het werkje van iemand anders en het positieve erin zien. Wanneer ze een reclamespotje bedacht hebben, stellen ze het voor aan hun partner. De leerlingen kunnen elkaar helpen bij het maken van de reclamespot.