Hier stel ik jullie mijn zelfgemaakte muzokoffer voor. In deze koffer zitten 13 verschillende manieren om muzisch te evalueren na een muzische activiteit in de klas.
Ik start met het verklaren waarom ik de letters van muzo in verschillende vormen op mijn box heb gekleefd. Je ziet dat de letter M versierd is met bloemetjes, de letter 'U' is tegelijkertijd ook een trekmagneet, de letter 'Z' is een uitsnijding uit een vingerafdruk en voor de letter 'O' heb ik gekozen voor een klok. Waarom ik voor deze heb gekozen lees je hieronder.
Tijdens
de lessen muzo worden kinderen in de bloemetjes gezet die anders weinig in de
belangstelling komen. Kinderen die minder goed zijn in wiskunde of taal halen
veelal succeservaringen tijdens de lessen muzo.
U:
Muzische activiteiten trekken
leerlingen vaak aan, daarom de magneet.
Z:
Elk muzisch product is steeds
verschillend. Je kan de resultaten van een muzische activiteit niet met elkaar
vergelijken want iedereen is anders. De ene leerling is beter in tekenen en de
andere is beter in drama. Zo kunnen we ook onze vingerafdrukken van elkaar niet
vergelijken. Iedereen is verschillend, net zoals de resultaten bij muzo.
O:
De klok staat voor te tijd die we
in muzo steken. We mogen vakken als taal en wiskunde geen voorrang geven op
muzo. In de tijd die aan muzo wordt geschonken groeien de leerlingen in hun
ontwikkeling.
Dit wat betreft over de buitenkant van mijn muzokoffer, hieronder stel ik mijn 13 verschillende evaluatietechnieken voor.
Bij elke techniek hoort een fiche bij. |
KLEURENWAAIERS
De
leerlingen nemen de kleurenwaaier vast en kiezen een kleur die past bij hun
werk. Ze verwoorden ook waarom die kleur bij hun werk past.
Verschillende
licht en donker tinten van elke kleur zijn ook aanwezig om zo beter hun
waardering uit te kunnen drukken.
KRALENKETTINGEN
KRALENKETTINGEN
De leerlingen kunnen kiezen uit verschillende soorten kleuren
van kralenkettingen. Ze kiezen één ketting uit en beschrijven waarom ze deze
kleur van ketting gekozen hebben. Aan de hand van het gevoel dat ze hadden
tijden het proces of het gevoel dat ze hebben bij hun eindproduct.
LANDSCHAPPEN
Na afloop
van de muzische activiteit gaat de leerkracht met de leerlingen samenzitten. De
leerkracht hangt een aantal foto’s van landschappen op.
De
leerkracht geeft de leerlingen de opdracht om na te denken over het verloop van
het muzische proces waarbij ze tot een product gekomen zijn. De leerlingen
verwoorden hun muzische proces aan de hand van een landschap.
SCHOENEN
Na afloop
van de muzische activiteit gaat de leerkracht met de leerlingen samenzitten. De
leerkracht hangt een aantal foto’s van schoenen op.
De
leerkracht geeft de leerlingen de opdracht om na te denken over het verloop van
het muzische proces waarbij ze tot een product gekomen zijn. De leerlingen
verwoorden hun muzische proces aan de hand van een schoen.
BRILLEN VAN PARSONS
Bij elk
werkje van de leerlingen ligt een blad. De leerlingen gaan bij een werkje
staan dat niet van hen is. De leerkracht geeft gerichte vragen aan de hand van
de brillen van Parson. Na elke gestelde vraag en geschreven antwoord op het blad
schuiven de leerlingen door naar een ander werkje. Zo wordt er doorgeschoven
totdat de zes vragen beantwoord zijn. Als laatste gaat iedereen bij zijn eigen
werkje staan en leest iedereen voor wat er op zijn/haar blad staat terwijl hij
de bril draagt.
Bril 1: Wat is de eerste indruk?
Bril 2: Wat is er allemaal te zien?
Bril 3: Wat roept dit bij jou op?
Bril 4: Wat weten we erover?
Bril 5 : Geef een tip !
Bril 6: Wat is jou mening?
WASSPELDEN
Elke
leerling krijgt een wasspeld. De leerlingen mogen de wasspeld op een plaats op
hun lichaam hangen. Hoe leuker ze de muzische activiteit vinden, hoe hoger de
wasspeld hangt op hun lichaam. Hoe lager de wasspeld hangt, hoe vervelender of
lastiger ze opdracht vinden.
Gedurende
de muzo - activiteit kunnen de leerlingen hun wasknijper verplaatsen naar een
ander deel van hun lichaam naargelang hun mening over de activiteit op dat
moment. De leerkracht staat dan stil bij enkele meningen van leerlingen
gedurende de activiteit.
HOEDEN VAN DE BONO
Verdeel je leerlingen in zes groepjes. Elke groep zal op een andere
manier nadenken over het muzische proces. Elke hoed van De Bono denkt namelijk anders.
Je kan de leerlingen laten doorschuiven zodat ze enkele hoeden besproken
hebben.
De blauwe hoed denkt beschouwend en
controlerend. De gele hoed denkt
positief en optimistisch. De rode hoed
uit vooral met gevoelens en intuïtie. De groene
hoed denkt vooral op een creatieve manier terwijl de witte hoed naar de feiten en cijfers kijkt om te evalueren. De zwarte hoed evalueert wat slecht ging
tijdens het proces.
De leerlingen zitten in groepjes. Elk groepje krijgt
een dobbelsteen. Bij elke getal op de dobbelsteen hoort een vraag. Om beurten
dobbelen ze met de dobbelsteen en lossen ze de daarbij horende vraag op. De vragen staan aan bord genoteerd. Wanneer
een leerling hetzelfde cijfer gooit mag hij/zij nog eens gooien.
WOORDEN
In een zakje/doosje
zitten allemaal woorden. De leerlingen nemen een woord uit het zakje en leggen
uit waarom het woord wel of niet past bij hun product dat ze ontworpen hebben. Nadat
de leerling dit gedaan heeft kan je de leerling zelf ook een woord laten kiezen
dat voor hem/haar het beste bij zijn product past.
VERKEERSLICHT
REN JE ROT
De
leerkracht zet muziek op aangepast aan het thema. (Vb. Carnaval - Carnaval Des
Animaux-Camille St. Saens, Halloween/ griezel – Halloween – Mkids, …) De leerlingen stappen rustig door het lokaal. Ze
beschouwen de werkjes van de medeleerlingen. Wanneer de muziek stopt, stoppen ze
bij het werk dat hun meest aanspreekt. Daarna wordt klassikaal besproken waarom
er voor dit werk gekozen is.
MUZO FOTOBOEK
Tijdens of
na elke muzische activiteit trekt de leerkracht foto’s of besteedt deze taak uit
aan een leerling. Er worden foto’s genomen van elke leerling. Er kunnen foto’s
genomen worden van het eindresultaat maar ook van het proces. Daarna worden
deze foto’s afgedrukt en krijgt iedere leerling zijn of haar foto. Op de
achterzijde van de foto schrijven de leerlingen een tekstje. Als leerkracht kan
je sturen waarover het tekstje over moet gaan.
Vb.
- Wat is me
het meest bijgebleven?
- Wat kan
ik nog veranderen?
- Wat heb
ik geleerd uit deze activiteit?
- …
Zo bouwen
de leerlingen gedurende een heel schooljaar of zelf gedurende hun hele schoolcarrière
een foto-muzoboek op.
RECLAMESPOT
De
leerlingen gaan elk bij een werkje staan. Wanneer dat gebeurd is, zoekt iedereen
een partner. Dan staan ze per twee met elk een werkje bij zich. Ieder maakt
voor het werkje waar hij bij staat een reclamespotje om het werkje aan te
prijzen bij het publiek. Zo moeten de leerlingen gericht leren kijken naar het
werkje van iemand anders en het positieve erin zien. Wanneer ze een
reclamespotje bedacht hebben, stellen ze het voor aan hun partner. De leerlingen
kunnen elkaar helpen bij het maken van de reclamespot.